ALLEMAAL VRIENDEN?

Regelmatig hoor ik volwassenen spreken over alle vrienden van de klas of de vrienden van de muziekschool (of sportclub of…). Maar… zijn dit allemaal wel vrienden? Kunnen we stellen dat kinderen automatisch vrienden worden met iedereen met wie ze eenzelfde ruimte delen, eenzelfde hobby beoefenen of van ongeveer dezelfde leeftijd zijn? Nee, die stelling gaat helemaal niet op, net zoals dat bij ons volwassen het geval is.

En dat geeft meteen ook aan waar hoogbegaafde kinderen nog meer dan andere kinderen tegenaan kunnen lopen: ze delen dan misschien wel dezelfde ruimte of hobby, maar kunnen zich toch alleen en anders voelen.

Hoe dit komt? Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen anders dan hun leeftijdsgenoten.

  • Ze spreken vaak een rijkere taal die niet (altijd) door leeftijdsgenoten wordt begrepen. Dit kan wel eens (of vaker) tot misverstanden of frustraties leiden.
  • Hoogbegaafde kinderen houden er soms andere interesses op na en ze kunnen honderden vragen stellen waar hun leeftijdsgenoten geen oor naar hebben.
  • Hun spel en hun verwachtingen van ‘vrienden zijn’ ontwikkelen zich vaak sneller, wat echt samen spelen met leeftijdsgenoten lastig kan maken. En het soms wel lijkt dat ze ‘sociaal achter’ staan, maar niets is minder waar.
  • Hun gevoeligheid en intensiteit kan soms voor onbegrip of frustratie zorgen bij leeftijdsgenoten, die hier weinig of niets van begrijpen.

En zo gebeurt het vaak dat hoogbegaafde kinderen moeilijker of geen aansluiting vinden bij hun leeftijdsgenoten.

En dus zomaar iedereen ‘vrienden’ noemen klopt niet. En natuurlijk moet je met het gemis aan aansluiting aan de slag. Het is belangrijk dat alle kinderen – ook hoogbegaafde kinderen – kunnen connecteren met andere kinderen. Zo zijn ontmoetingen met andere hoogbegaafde kinderen – of zogeheten ontwikkelingsgelijken – waardevol en zelfs essentieel. Waarom is dit zo belangrijk?

  • Ze kunnen gewoon zichzelf zijn in gesprekken en in hun spel. Ze kunnen honderduit praten over wat hen bezig houdt en vragen stellen zonder dat er iemand raar opkijkt of afhaakt.  
  • Ze kunnen ervaren dat er nog kinderen zijn die anders denken net zoals zij en dat ze helemaal niet zo alleen of anders zijn. Ze worden in zo’n contacten gezien voor wie ze echt zijn.
  • Ze kunnen hun gedrag spiegelen en ontdekken hoe andere kinderen reageren of omgaan met bepaalde situaties en kinderen.
  • Het helpt bij de ontwikkeling van een realistisch(er) zelfbeeld. Meer dan eens komen kinderen bij mij binnengewandeld met de boodschap ‘ik ben de beste’ of ‘ik ben de slimste’. Ervaren dat er nog andere snelle denkers zijn, kan hen helpen om de twee voetjes op de grond te houden en zichzelf niet te overschatten.
  • En natuurlijk: soms ontstaan er in zo’n contacten ook échte vriendschappen.

Wat kan jij als ouder hierin voor jouw kind betekenen?

  • Speelt jouw kind liefst met oudere kinderen of misschien wel jongere kinderen? Dat is helemaal oké en keur die connectie als ouder zeker niet af. Het zinnetje ‘ze moeten met kinderen van hun eigen leeftijd leren spelen’, mag je in deze zeker negeren. Als je kind zichzelf kan zijn in die relatie, kan je dit alleen maar aanmoedigen i.p.v. afkeuren.
  • En organiseer dan zeker ook eens een speeldate als je voelt dat die relatie goed zit of wanneer je denkt dat er potentieel zit in die relatie.
  • Ga samen op zoek naar activiteiten waar je kind ‘warm van wordt. Betrek je kind hierbij en zoek uit wat ie wil proberen. Wie weet komt ie daar wel iemand tegen die hem of haar begrijpt.
  • Ga in gesprek met begeleiders als je merkt dat je kind bij z’n leeftijdsgroep echt niet op z’n plek zit. Wie weet kan ie sneller doorschuiven naar de volgende groep. Uiteraard kan soms aan deze vraag niet tegemoet worden gekomen o.w.v. fysieke of technische vereisten waar zij nog niet aan toe zijn. Maar ga zeker de dialoog aan.
  • Ga op zoek naar naar specifieke activiteiten, groepen of kampjes waar cognitief sterke kinderen samen komen.

Het connecteren met ontwikkelingsgelijken is ook één van de doelstellingen van het GROEITRAJECT bij MAUNA LOA. Worden deze kinderen tijdens het traject allemaal vrienden van elkaar? Soms wel, en die ontluikende vriendschappen zijn mooi om te zien. En soms ook niet, en dat is helemaal oké. Wat al deze kinderen WEL ervaren is dat ze niet helemaal alleen zijn in hun anders zijn, in hun vele vragen, in hun manier van denken en dat op zich is al zo waardevol!

    Alleen

    Wil je geen enkel blog missen?

    Abonneer je op mijn inspiratiebrief en ontvang de nieuwe blogs rechtstreeks in je mailbox.