VOL GOESTING OF VEEL GEZUCHT EN GEPUF?

Het derde en laatste trimester is aangebroken. Voor een aantal snellerende kinderen is de zin en de hoop om veel nieuwe dingen te leren verdwenen. Na twee trimesters in hun klas, zijn ze uitgekeken. Ze weten dat het tempo traag is en blijft. Ze hebben ervaren dat er voor hen niet zoveel nieuws te leren valt dan ze zelf eigenlijk zouden willen leren. Ze voelen dat er wel eens interessante thema’s worden aangehaald op school, maar daar echt diep in duiken zit er te weinig in. Of de thema’s en dingen waar zij mee bezig zijn, komen niet aan bod en ook hun klasgenoten lijken daar helemaal geen oor naar te hebben. Ze hebben ontdekt dat hun vele vragen en hun vele weetjes en feiten niet altijd worden geapprecieerd. De verveling durft nu (hard) toeslaan en dit zorgt voor demotivatie en schoolse stress.

Hoe kan je dit herkennen?
Verveling, demotivatie en schoolse stress kunnen kinderen op allerlei manieren tonen. Een kleine greep uit het aanbod:

  • Uitspraken zoals “ik heb géééééén zin”“ik wil nog slaaaaaapen” of “ik wil VAKANTIE!”  Of nog: “school is stom” of “saai” of “het gaat altijd veel te traaaaaaag” kunnen hierop wijzen.
  • Maar evengoed kan een kind jou dit tonen via allerlei kwaaltjes die plots opduiken van buikpijn over hoofdpijn tot een virale infectie waarmee ze klasgenoten zouden kunnen besmetten. 
  • Of een kind raakt heel snel geïrriteerd, wordt voor het minste of geringste boos of ontploft als een vulkaan na school. 
  • Of een kind komt na school thuis met ongelooflijk veel plannen die absoluut nog voor bedtijd gerealiseerd moeten worden, net alsof z’n dag pas na school start. 
  • En soms kan een kind de verveling en de stress tijdens de dag niet ophouden en uit zich dit meteen in de klas door storend en/of negatief gedrag: ongevraagde en ongepaste tussenkomsten, onbeleefd uit de hoek komen, niet langer opletten, snel afgeleid zijn, (te)veel bewegen, … 

Het is belangrijk dat jij als ouder goed kijkt en luistert naar jouw kind en vooral zoekt naar de boodschap achter het gedrag dat jouw kind stelt. 

En hoe moet het nu verder? Wat kan school doen?
Merk je dat jouw kind de zin, de hoop, de motivatie (stilaan) kwijtgeraakt, dan kan je op zoek gaan naar uitdaging voor jouw kind. De eerste stap is om dit bespreekbaar te maken met de leerkracht van je kind. Vertel wat je thuis opmerkt, welk gedrag of gedragsveranderingen je opmerkt, welke uitspraken je kind doet. En merk je verschillen op tussen schooldagen en weekend- of vakantiedagen, licht dat dan ook zeker toe. Bekijk samen met de leerkracht of er mogelijkheden zijn om iets extra te bieden, iets uitdagend voor jouw kind? Misschien heeft je leerkracht nog wel wat in petto. Het hoeft daarbij niet meteen om grootschalige projecten te gaan. Misschien is er ruimte om een interesse van je kind uit te diepen. Denk maar aan het onderzoeken van hun favoriete dier, planeet, natuurverschijnsel of idool voor lagere schoolkinderen en dit laten verwerken in een woordspin of poster om tot slot kort voor te stellen aan de klasgenoten. Of misschien kan jouw kleuter aangemoedigd worden om bouwplannen te tekenen voor kleuters in de bouw- of constructiehoek, of een eigen boek tekenen en schrijven? 

En ook buitenschoolse uitdagingen kunnen snellerende kinderen helpen!
Het kan ook zinvol zijn om buitenschoolse uitdagingen op te zoeken. Soms bereikt een school zijn limiet en is er voor een snellerend kind met een grote leerhonger gewoonweg méér nodig dan wat de leerkracht kan bieden. En dan merk ik het grote voordeel van de groeitrajecten, waarin kinderen bij MAUNA LOA een halve dag per week hun leerhonger kunnen stillen. Ze worden hier uitgedaagd, trekken even alle registers open en kunnen zo de rest van de week overbruggen. Want eerlijk: elke dag, elk uur uitdaging krijgen is voor deze kinderen in een reguliere klas niet mogelijk.

Wil je geen enkel blog missen?

Abonneer je op mijn inspiratiebrief en ontvang de nieuwe blogs rechtstreeks in je mailbox.